Utrechtse Boekhouder, De
Tijdschrift voor Utrechts literair erfgoed (2011-2019)
Meer informatie Minder informatie
Meer informatie
"Wat gaat het tijdschrift bieden? Dat zal in meer dan één opzicht zeer divers zijn. In de eerste plaats natuurlijk bijdragen over de schrijvers zelf. Zij kunnen hier geboren, getogen of gestorven zijn, hier gewoond, gelogeerd, gestudeerd of gewerkt hebben, iets over de stad geschreven hebben, en dergelijke. Dat kunnen dan eigen herinneringen van die schrijvers, herinneringen van anderen aan hen, biografische schetsen of brieven zijn. Stukken over biografieën in de maak horen daar ook bij. Maar we willen ons niet beperken tot schrijvers, we omarmen ook de wereld om hen heen: boekvormgevers, illustratoren, typografen, uitgeverijen, drukkerijen, boekbinderijen, boekhandelaren en antiquaren, boekverzamelaars, enzovoort. Verder ook bijzondere boeken, tijdschriften, literaire instellingen, e.d. Kortom, de hele boekenwereld van ganzenveer tot boekenkast. Maar er moet wel altijd een band met Utrecht zijn én met literatuur — whatever that may be." (Nr. 1, p. 30)
AANWEZIG
Compleet als pdf aanwezig:
- Jrg. 1, 2011: nrs. 1 (mei) en 2 (oktober).
- Jrg. 2, 2012: nrs. 3 (februari), 4 (augustus) en 5 (3 december).
- Jrg. 3, 2013: nrs. 6 (maart), 7 (september) en 3 (december).
- Jrg. 4, 2014: nrs. 9 (april), 10 (september) en 11 (december).
- Jrg. 5, 2015: nrs. 12 (maart), 13 (juni) en 14 (november).
- Jrg. 6, 2016: nrs. 15 (maart) en 16 (september).
- Jrg. 7, 2017: nrs. 17 (april) en 18 (september).
- Jrg. 8, 2018: nrs. 19 (februari) en 20 (augustus).
- Jrg. 9, 2019: nr. 21 (juni), laatst verschenen nummer.
SELECTIEVE INHOUDSOPGAVE
Nr. 1 – Jrg. 1, nr. 1, mei 2011
- Jean Brüll: Herinneringen van een oudgediende. (1-7) [Herinneringen aan onder anderen Pierre Kemp, Ad den Besten en Bert Schierbeek, en aan Brülls activiteiten voor de Vestdijkkring. Met weergave van Brülls gedichten ‘Het fort’ en ‘New Yellow’. Met beknopte bibliografie.]
- Chrétien Breukers: Frans Bastiaanse. (18-19) [ Met weergave van Bastiaanses gedicht ‘Één wezen’.]
- Benno Barnard: De dood van mijn vader. (19-20) [Biografische bijdrage over zijn vader, Guillaume van der Graft.]
- Fabian Stolk: Stadsmens. (20-22) [Over ‘Tempel en kruis’ van Marsman.]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma (p. 29) over Guillaume van der Graft (= Willem Barnard).
- Niels Bokhove & Hans Heesen: Credo. (30) [Over het doel van De Utrechtse Boekhouder: publicatie van de resultaten van literair-archeologisch onderzoek van Utrecht.]
Nr. 2 – Jrg. 1, nr. 2, oktober 2011
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma’s over Pim (Willem Frederik) Heuvel, Jan Gerrit Praas, en Douwe Wessel Fokkema. (4)
- Nico Scheepmaker: Meudon. (5-9) [Over het huis dat Theo van Doesburg in 1930 bouwde in Meudon; met weergave van Scheepmakers gedicht ‘Meudon’.]
- Leo Vroman: ‘Ach, ach’, herinneringen aan Utrecht. (11-12) [Zijn studentenkamers in Utrecht: ‘Daar heb ik al heel wat over geschreven en erger nog, gedicht.’]
- Hans Heesen: Jacob Jongeneel, dichter van het I-dicht. (13-14) [Over een gedicht van Jongeneel met als enige klinker de letter ‘i’ (niet weergegeven), en de vondst van een tweede I-dicht van I.C. Kamer (wel weergegeven.]
- Wim Scot [eerste regel:] Mijn poëzie vliegt. (19)
- Ruud Verwaal: I ! Fatrasie. (20)
- Ton Tegelaar: Ex Maria Virgine. (20)
- Chrétien Breukers: Jan Emmens. (22-23) [Met name over Emmens’ nagelaten gedicht ‘Receptie’. Verder weergave van diens gedicht ‘Vogel’.]
Nr. 3 – Jrg. 2, nr. 1, februari 2012
- Marco Goud: P.C. Boutens als student-dichter. (1-4) [Met vermelding van Boutens’ gedichten [eerste regels:] ‘Als het najaar wordt’ (= het ‘groenenvers’, met afbeelding manuscript), ‘Twee oogekens, blauw als der hemelen trans’, en het prozagedicht ‘De blaren vallen, vallen’.]
- Niels Bokhove: François HaverSchmidt en zijn Utrechtse vrouwen. (5-9) [Met weergave van twee gedichten uit een vakantiedagboek, [eerste regels:] ‘Daar was eens een maagdelijn’ en ‘Trompetgeschetter’.]
- Rubriek ‘Dag en nacht in de boeken’, met onder meer een lemma (p. 9) over G. Schrijver, pseudoniem van Gijsbertus Gerardus van As, een protestants-christelijk schrijver van jongensboeken, novellen, romans en poëzie (onder de naam Dora Terstraete).
- Alwin van Ee: Jan Denters, zondagsdichter. (10-12) [Met weergave van Denters’ gedichten [eerste regel:] ‘Als ik maar’, Te hoog geklommen’, ‘Nieuwegracht’ en ‘Versmaad’. Met passage over zijn eveneens dichtende vader Hendrik Denters.]
- Hans Heesen: I.C. Kamer, dichter van het I-dicht. (16-17) [Met weergave van Kamers gedicht gedicht ‘Shiri, Prins Imrid’s min’, een gedicht met de letter ‘i’ als enige klinker.]
- Niels Bokhove: Slauerhoff & Marsman flaneren. (21-23)
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma over Peter Hoefnagels. (26)
- Dienke Eiselin-Bosscher: Herinneringen aan de dichter Jur Oskamp. (26-29) [Met weergave van Oskamps gedicht ‘Hemelvaart’.]
Nr. 4 – Jrg. 2, augustus 2012
- Niels Bokhove: Gabriël Smits gedicht ‘De boekverkooper’. Geschiedenis van een uniek boekje. (5-6) [Gelegenheidsgedicht voor Chris Leeflang. Met weergave van het complete gedicht.]
- Dirkje Kuik: Herinneringen aan een blije bedelmonnik. (7-9) [Kuiks herinneringen aan de bohémien-dichter Jan Rietveld. Met weergave van Rietvelds gedicht ‘De stokroos’.]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma’s over de dichters Jan Meulenbelt, Frank Chapel, Ad Beenackers en Gerrit Komrij. (16)
- Chrétien Breukers: Alain Teister. (17-18) [Over het gedicht ‘Impasse’ van Alain Teister.]
Nr. 5 – Jrg. 2, december 2012
- Tjakko Stijve: De nozem heeft toch gelijk. Reprimande, literair tijdschrift uit de jaren zestig in Utrecht. (11-13) [Met weergave van het gedicht ‘Roesskyj’ van Marko Fondse. Met inhoudsopgave van de in totaal drie verschenen nummers.]
- Willem Geijssen: Jan Engelman in/uit Hoog Catharijne. (21-22) [Over de later verdwenen dichtregels van Engelman op de muur van het Stiltecentrum in Hoog-Catharijne, afkomstig uit diens hier weergegeven gedicht ‘Twee kerstliederen – II’.]
- Niels Bokhove: Hommage van een Utrechtse scholier aan A. Roland Holst. (25-27) [Over de speurtocht naar het gedicht ‘25 mei 1948. Aan den dichter Roland Holst’ van Wim G. Ket.]
- Chrétien Breukers: Kees Ouwens. (30) [Over Ouwens’ gedicht ‘Een groot schrijver’.]
Nr. 6 – Jrg. 3, nr. 1, maart 2013
- Theo den Heijer: Herinneringen aan Jacques Boersma [= Alain Teister]. (1-7)
- Niels Bokhove: ‘…dat geurend tegelwerkje aan het Lucas Bolwerk…’ Interview met Theo F. den Heijer, Utrechts auteur. (8-11) [Met weergave van diens gedicht [eerste regel:] ‘Heel lang heb ik in de stad gelopen’.]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma over de dichter Louis Theodorus Lehmann. (32)
- Chrétien Breukers: Theo van Baaren. (33-34) [Met weergave van Van Baarens gedicht ‘Utrecht’.]
Nr. 7 – Jrg. 3, nr. 2, september 2013
- Lex van de Haterd: Wat las Jan Engelman? (5-9) [Met weergave van Engelmans gedichten ‘En rade’ en ‘Klein air’.]
- Hans Heesen: Wat rijmt er op Utrecht? Drs. P over zijn schooljaren in Utrecht. (10-11) [Op pagina 11: waarom drs. P zichzelf geen dichter wil noemen. Zie ook de rectificatie in nr. 9, p. 29.]
- Tjakko Stijve: Wim Gerth en het literaire tijdschrift FEN. (12-15) [Met weergave van de gedichten [eerste regel:] ‘Zojuist om zestien uur vijftien’ van Harry van Rossum, ‘Dit is een feest’ en ‘De zwijnen’ van Wim Gerth. Met inhoudsopgave van de drie verschenen nummers.]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma over de dichter Harry Fleurke. (20)
- Chrétien Breukers: H.W.J.M. Keuls. (21) [Met weergave van Keuls’ gedicht ‘IV. Tsjechow – de dame met het hondje’.]
- Hans Heesen: Het geboortehuis van Charivarius. (25) [Met weergave van diens gedicht ‘’k Zie schapen witgewold’.]
- Ingmar Heytze (17 jaar): Gymles. (27) [Bron: ‘bloemlezing van brieven van jeugdigen aan de rubriek ‘Achterwerk’ uit de jaren 1976-1987’.]
Nr. 8 – Jrg. 3, 3 december 2013
- Lex van de Haterd: ‘Hartelijk dank voor de vier pompoenen’. De kunstcollectie van Jan Engelman. (1-6) [Hierin vermelding van twee kunstgedichten van Engelman: ‘Lezende Titus’ en ‘Y son fieras’, en weergave van zijn gedicht ‘Liefde tot de kunst’ (2).]
- Frans Verbrugge: Twee Utrechtse gedichten van Ida Gerhardt. (7-11) [Analyse van de gedichten ‘Studentenkamer’ en ‘Eroos ter ere’.]
- Niels Bokhove: Zijn gezellin de danseres. Over Cola Debrots partner Estelle Reed. (14-17) [Met weergave van het gedicht ‘Een liefde’ van Cola Debrot.]
- Willem Geijsen: Een klokgelui van woorden. (18-20) [Over inscripties van Bertus Aafjes, J.C. Bloem, Jan Engelman, A. Roland Holst, Martinus Nijhoff en Harriët Teijen bestemd voor Utrechtse luidklokken.]
- Chrétien Breukers: Gertrude Starink. (21-22 [Over Starinks gedichtenserie ‘De weg naar Egypte’, met weergave van het slotgedicht [eerste regel:] ‘roerloos ligt de boot te wachten’ (21).]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma over de dichteres Lizzy Ansingh. (30)
Nr. 9 – Jrg. 4, 1 april 2014
- Niels Bokhove:’de gek in hun midden’. Hans Jinkes de Jong alias Ulrich Jeltema, Parade-profeet. (4-10) [Met weergave van Jeltema’s gedichten ‘De droom’ (6, in handschrift ook op p. 22.), ‘Verlies en dood’ (7), ‘Cricket (9) en ‘Lange Rozendaal’ (9).]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma’s over de dichters Hendrikus Wilhelmus Adrianus (Wim) Gerth, Jacq (Firmin) Vogelaar, en Leo Vroman. (10)
- Chrétien Breukers: Jan Engelman. (19-20) Over Engelmans gedicht ‘Ambrosia’ (eerste regel: Vervoer mij tot de rozen), en met foto van Annie van der Meijden-Bakker, Engelmans AMBrosia, met foto.]
- Willem Geijssen: De omgekeerde kies. (24-26) [Over het oorlogsmonument bij het NS-hoofdgebouw. Met weergave van het gedicht ‘Aan hen die nimmer bukten’ van Hendrik de Vries.]
- Hans Heesen: Maarten Maartens op Maliesingel 19. (27) [Over de auteur Joost van der Poorten Schwartz, als dichter publicerend onder de naam Joan van den Heuvel.]
- Een welkome rectificatie: Het Utrecht-vers van Drs. P. (29) [Met weergave van P’s vers ‘Utrecht’.]
- Ed. Hoornik: De boekhouder. (35)
Nr. 10 – Jrg. 4, 2 september 2014
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma's over de dichters Theo F. den Heijer en Gerrit Kouwenaar. (18)
- Anna Bakkum: De schuilnamen van [Alain] Teister. (19-20)
Nr. 11 – Jrg. 4, 3 december 2014
- Chrétien Breukers: W.A.P. Smit. (12-13) [Met weergave van Smits gedicht ‘De wachter’.]
- Wim Brands: Oude Kerkstraat. (14-15) [Bijdrage over zijn Utrechtse studentenkamers, met weergave van Brands’ gedicht [eerste regel:] ‘Ik herinner me hoe mooi ze was en hoe ze glimlachte’.
- Niels Bokhove: Op zoek naar Jan Pet. Het verhaal van een onbekende Utrechtse dichter. (16-17) [Jan Pet = Rob Ponsioen. Met weergave van diens gedicht ‘Pet’.]
- Wil van Koten-van Driel: Herinnering aan de dichter Jan Rietveld. (18-19) [Met weergave van Rietvelds gedicht [eerste regel:] ‘Geen lijn wordt uitgewist alles wat komt’.]
- Rubriek ‘Dag en nacht in de boeken’, met onder meer een lemma over Reinout Vreijling, pseudoniem van Jacob Gerhard (Jaap) van Rossum du Chattel (met weergave van Vreijlings gedicht ‘Reislust’, en een lemma over Frouwien van der Vooren-Kuyper. (24)
Nr. 12 – Jrg. 5, 1 maart 2015
- David Wilkinson: Gertrude Starink in Engeland. Herinnering van een collega-antiquaar. (8-9)
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer een lemma over de dichter Stijn Verbeeck. (14)
- Emma Crébolder: Julianaweg. (15-16) [Bijdrage over haar Utrechtse studentenkamers, met weergave van haar gedichten [eerste regel:] ‘Op de grens van het roze buurtschap’ en [eerste regel:] ‘Soms tussen heuvels en flatgebouwen’.]
- Chrétien Breukers: Guillaume van der Graft: ‘Katinka’. (20-21) [Bespreking van Barnards gedicht ‘Katinka’; met weergave van Breukers’ eigen antwoordgedicht ‘Grasparkiet’.]
- Hans Heesen: Het geboortehuis van Anton Koolhaas. (26) [Met weergave van Koolhaas’ gedicht ‘Honger’.]
Nr. 13 – Jrg. 5, 2 juni 2015
- Niels Bokhove & Arne Zuidhoek: De laatste levensdagen van H. Marsman. Een kroniek. (1-11)
- G.A. van Klinkenberg: Jaren met Marsman. (12-19) [Met weergave van het gedicht ‘Rusting – bij den dood van H.M.’ van Gerard van Klinkenberg (19).]
- Rubriek ‘O verleden’, met lemma over de dichter Adrianus Cornelis (‘Ad’) den Besten. (19)
- Bram van der Wees: Lezerspost. (33-34) [Over de herkomst en de wederwaardigheden van zijn gedicht ‘Ballade van den medischen boekverkoper’.]
Nr. 14 – Jrg. 5, 3 november 2015
- Tjerk de Reus: ‘U heeft beangstigend-véél talent.’ De Utrechtse jaren van Ad den Besten (1923-2015). (7-9) [Met weergave van Den Bestens gedicht ‘Aankomend dichter’.]
- Hans Heesen: De gebroeders Pieter en Robert Peereboom. (10-12) [Hierin het gedicht ‘Vacantie’ van P. Gasus = Pieter Peereboom.]
- Rubriek ‘O verleden’, met lemma over de dichter Heinz Hermann Polzer alias Drs. P (zonder .). (19)
Nr. 15 – Jrg. 6, 1 maart 2016
- Rubriek ‘O verleden’, met lemma's over de dichteres Georgine Marie Sanders (= Tineke Vroman) en over Wouter Noordewier. (7)
- Niels Bokhove: De buurman van Jan Engelman. (8-12) [Over enkele Engelmaniana in de nalatenschap van Engelmans buurman Sjoerd van Halm; met weergave van Engelmans gedicht ‘Het lied van de zeven schooiers’.]
- Karel Eykman: Oudegracht 147bis, 1957-1962. (15-16) [Over zijn studentenkamers in Utrecht; met weergave van Eykmans gedicht ‘Het carillon op het hele uur’.]
- Fons van den Broek: Herman de Man, Pieter van der Meer de Walcheren en de lokroep van het katholicisme. (17-18) [Met weergave van het gedicht ‘Doopsel’ van Jan Engelman.]
Nr. 16 – Jrg. 6, 2 september 2016
- Antoinette Verburg: 75 jaar De Schone Zakdoek. ‘Louter een spel met woorden’. Cornelia Brinkman en De Schone Zakdoek. (4-6) [Op p. 6 een passage over de gedichten van Brinkman.]
- Niels Bokhove: De ogen van Wit. Een tamelijk persoonlijk verhaal over de blinde dichter-dominee Jan Wit. (7-10) [Met weergave van Wits limerick ‘Een bouwheer uit Ur der Chaldeeën’ en van zijn gedicht ‘The Bird’.]
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma over de dichter Wim Brands. (10)
- Niels Bokhove: Engelmans ‘Hagelbui’. Nieuw document over de dada-soirée in Utrecht, 1923. (30-31)
Nr. 17 – Jrg. 7, 1 april 2017
- Reg ten Zijthoff: Weggooitekst. Literaire grappen en mystificaties in de Utrechtse jaren zestig. (1-7) [Onder meer kort over de bladen ‘Trophonios’, ‘Yang’, ‘Manifest’ en ‘Mal’, en uitgebreider de geschiedenis van ‘het ultieme literaire onzinblad Weggooitekst’, inclusief volledige inhoudsopgave; verder weergave van de gedichten ‘Eucharistisch weggooi-liedje’ van Judith Herzberg (3), ‘Ober, als u toch de asbakjes leegmaakt, / wilt u dan ook mijn man even weggooien?’ van Cees Buddingh’ (4), ‘Bij een Nieuwjaarsboodschap’ en ‘Solipsisties’ van Jan Emmens (4; niet in deel 1 van diens ‘Verzameld werk’), en ‘Jetta’s Toekomstmuziek’ van Louis van Heteren (5).]
- Kees de Leeuw: Henk Linnenbank en de kwartjesboeken van Henk Mineto. (12-14) [Met weergave van Linnenbanks gedicht ‘Ad majorem ultrajectie’.]
- Niels Bokhove: Poëtische pastiches onder pseudoniem. (23-24) [Over Hans Steinz die enkele, hier weergegeven gedichten schreef in de stijl van Anthony Winkler Prins, Willem Kloos, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff, Paul van Ostaijen en Hugo Claus.]
Nr. 18 – Jrg. 7, 2 september 2017
- Halbo Kool: Hendrik Cramer, legendekapitein. (1-5) [Over de surrealistische schrijver en dichter Hendrik Cramer (1884-1944).]
- Hans Heesen: R.I.P. Jean Brüll. (26-27) [Met weergave van Brülls gedicht ‘Het gestilde leven’.]
- Onno Blom: R.I.P. Theo Sontrop. (27-29) [Met weergave van Sontrops gedicht ‘Doctus poeta’.]
Nr. 19 – Jrg. 8, 1 februari 2018
- Hans Heesen: ‘Ik dacht je moet dat veel radicaler benaderen’. Op bezoek bij ‘sound poet’ Greta Monach. (6-11) [Over leven en werk van Greta Vermeulen, bekend om haar concrete poëzie, c.q. klankpoëzie en haar computerkunst.]
- Dick Welsink & Niels Bokhove: Marsmans laatste woning en laatste huisbaas. Waar in Saint-Romain woonde Marsman? (12-14)
- Niek Waterbolk: Lonneke, de muze-werkster van Dirkje Kuik. In memoriam Leonie Uittenbogaard (1941-2017). (16-18) [Met weergave van Kuiks gedicht ‘Het zwart konijn’.]
- Barend Rijdes: Utrechtse schrijvers voor de lens van Barend Rijdes. (19-21) [Dagboekverslag 13 april 1960, de dag waarop Rijdes de auteurs Jan Engelman, Clare Lennart, J.H. Ritter Jr., Jan Meulenbelt, Ina Boudier-Bakker, Jaap Romijn en Simon Vestdijk fotografeerde.]
- Els van Stalborch: Koningslaan 2. (22-24) [Herinneringen aan haar Utrechtse studentenkamer, met weergave van haar gedicht ‘Utrecht’.]
- Stichtelijk letterennieuws. (32-35) [Hierin weergave van het gedicht ‘Ode’ van Leo Vroman.]
Nr. 20 – Jrg. 8, 2 augustus 2018
- Ed Schilders: De Vernis. Het verhaal van een tijdschrift. (1-7) [Met inhoudsopgave van nrs. 1 t/m 5 van ‘De Vernis’.]
- Rubriek ‘O verleden’, met lemma's over de dichters Willem Hubert Louis (Will) Ogrinc en Johan August (Hans) Steinz. (7)
- Niels Bokhove: Jan Engelman en Mária Lécina’s dood. (25-26) [Over Engelmans gedicht ‘De dood van Mária Lécina’.]
- Joep Romme: Fictief grafschrift voor Jan Engelman. (26)
- Halbo C. Kool: Nogmaals: Hendrik Cramer. Nieuwe informatie over de Frans-Nederlandse surrealist. (27-28)
Nr. 21 – Jrg. 9, 1 juni 2019 [laatst verschenen nummer]
- Ed. Hoornik: De boekhouder. (1) [Uit ‘Het keerpunt’.]
- Gerrit Jan de Rook: Herman Damen en zijn tijdschrift AH. (10-14) [Tijdschrift over visuele poëzie.]
- Sjoerd van Faassen: Nogmaals Mária Lécina, Jan Engelman en Jan Derks. (15-16)
- Jan Gielkens: ‘De keuken moet gewit’. Ida Gerardt en Marie van der Zeyde vertrekken uit Bilthoven. (17-19)
- Rubriek ‘O verleden’, met onder meer lemma over de dichteres Dana Christine Constandse (pseudoniem: Dana Hokke). (22)
- Niels Bokhove: ‘… in den warmen tijd zal het mij wel te heet zijn’. Marsmans safe house in Les Baux. (26-27)
- Niels Bokhove: Wie was die Cok toch? Joop Moonen en de mysterieuze ‘Madeleine’. (32-33) [Met weergave van Moonens gedicht ‘Dood’.]
- Hans Heesen: Rubriek ‘Dag en nacht in de boeken’. (37-39) [Met onder meer lemma’s over B.H. van Breemen, T. van der Roest-Kleinmeijer, Barend de Goede, en Laurens Theod. van der Waals.]
- Marijke van Dorst: Utrechtse schrijfsters in ‘1001 Vrouwen en meer’. (40-42) [Onder wie tal van dichteressen.]